Aostadal en het Italiaanse ziekenhuis: Gerbrand
Zondag 18 juni: dag 57, week 9. De sauna en het massagebad van het hotel in Saint Vincent waren heerlijk, maar voor mijn rug maakte het weinig verschil. Tot nu toe was het gewoon een kwestie van doorlopen. Dat was de oplossing voor alle kwalen. En zolang je nog jong bent en snel recupereert, is dat ook zo. Maar ja, we zijn niet zo heel jong meer en we recupereren wel, maar lang niet zo snel als voorheen. Op zich is beweging uitstekend als je spit hebt, maar flinke afstanden lopen met een rugzak is misschien niet de snelste manier om er vanaf te komen. Het ging prima toen ik een wat zeurende pijn in mijn onderrug had maar na de val bij de Bernardpas is de pijn heftiger en minder bereid om te wijken na een paar kilometer wandelen. Aan het einde van de wandeling van vandaag was het erg genoeg om niet meer te kunnen zitten, normaal op te staan of iets op te rapen. Onze hoteleigenaar was zo vriendelijk om een arts te bellen en die komt in Italië dan ook, zelfs op een zondag. Heerlijk. Ze heeft een injectie gegeven. Op haar advies gaan we morgen naar het ziekenhuis in Ivrea. Met de bus. Het punt is dat een blessure die verergert ook kan duiden op iets ernstigers dan een kneuzinkje. Paul, de broer van Marianne (en zelf huisarts) was het daar van harte mee eens. Dus morgen een stukje met de trein en al mijn tweede ziekenhuisbezoek deze reis. Maar beter het zekere voor het onzekere.
Verder was het overigens een leuke wandeling. Om 11.00 uur kwamen we langs een supermarkt die open was op zondagochtend. Dus iets gekocht voor een picknick. Alleen bleek toen we buiten stonden dat we maar een deel van onze boodschappen hadden. Wij weer naar binnen. Oh, wacht maar, zei het winkelmeisje en ze liep naar buiten, haalde ons brood en onze kaas uit de plastic zak van de oude man die voor ons had afgerekend en gaf alles aan ons terug. De oude man speelde een overtuigende rol van lichte dementie, maar het was duidelijk een rol. Je kunt het natuurlijk proberen....
In het hotel zagen we mensen die dezelfde tocht doen als wij (maar niet het hele stuk). We raakten aan de praat en we hebben samen gegeten. Leuke mensen uit Venezuela, maar wonend in Amerika. Grappig toen bleek dat zij Trump beschouwen als de grootste ramp in tijden, terwijl de hoteleigenaar (uit Italië) juist een fan is: hadden wij maar zo'n president! Is de man onaardig? Nee, zeker niet. Hij zorgde voor een dokter, hij brengt ons naar het station, hij is echt heel vriendelijk, maar hij heeft malle ideeen over de politiek.
Vanmorgen met de trein naar Ivrea. Marianne draagt mijn rugzak. Ik loop als een oude man. Bij het station staat een taxi klaar, besteld door een bijzonder vrolijke en prachtige Italiaans- Afrikaanse vrouw. Ze hoort dat wij naar het ziekenhuis willen en vraagt de chauffeur om ons mee te nemen en even langs te rijden. Dan vraagt ze in het Engels waar we vandaan komen. Als ze hoort dat we uit Nederland komen zegt ze: 'lekker' en begint dan te lachen. Het werkt aanstekelijk. Nu is het wachten begonnen op de ehbo van dit ziekenhuis. Dat wordt langer wachten dan in België. Zoveel is wel duidelijk. De eerste hulp heet hier Pronto Secorso. Dat 'pronto' moet je met een korrel zout nemen. We wachten inmiddels 3 uur en hebben net gehoord dat er nog 7 mensen voor ons zijn. Het kunnen er ook meer worden, want iedereen die nu binnenkomt met een hogere prioriteit gaat ook voor. Er zijn twee artsen. Die hebben geregeld pauze. Afgezien van diagnose en behandeling moeten ze formulieren invullen, heel veel formulieren. Per patiënt moet je rekenen op min. 20 minuten. De mensen die staan en zitten te wachten zien er eigenlijk allemaal uit of ze op sterven na dood zijn. Kan te maken hebben met het feit dat ze bijna allemaal roken. Men is hier erg gelaten onder het feit dat je moet wachten. 'Dat is nu eenmaal italie' krijg je te horen als je er naar vraagt. Kennelijk is iedereen eraan gewend om voor alles, en ik bedoel alles, eindeloos te wachten. Moet je iets met een officiële instantie? Neem maar een dagje vrij en zorg dat je er om 08.00 uur bent. Dan heb je kans dat je voor het einde van de dag geholpen bent. Vooral jammer dat de stoeltjes in de wachtkamer niet geschikt zijn voor mensen met rugklachten.
We zijn nu vier uur verder. Het schijnt dat ik bijna aan de beurt ben, als er tenminste niet iemand binnenkomt met iets ergers, zoals volkomen in de war en kennelijk suïcidaal, hand in theedoek waar het bloed doorheen komt, binnengebracht door ambulance of iets dergelijks. En dan maar hopen dat ze een foto willen of kunnen maken, want anders is deze excercitie sowieso onzinnig. Het blijft nog even spannend.
Vierenhalf uur. Er wordt zojuist een zeer oude man binnengebracht per ambulance. Ongetwijfeld betekent dat een half uur extra wachttijd. We houden vol.
Vijf uur. De oude man is een oude vrouw. Ze ligt nog op de gang en ze ziet er uit of ze ieder moment gaat sneven. Er zijn twee wachtkamers, allebei vol. Ik denk dat iedereen na ons gekomen is, maar ik weet het niet zeker. Ik heb code groen: beetje kritisch. Met code wit schijn je langer te moeten wachten. Blij met groen. Althans liever groen dan wit, maar iedereen na ons krijgt code geel. Die gaan dus voor. Er zijn nog steeds 7 wachtenden voor mij. Marianne maakt zich boos. Dat helpt een beetje. Ik heb nu een bedje gekregen. Niet om te slapen vannacht hoop ik, maar om even niet te hoeven staan. Zitten gaat sowieso niet.
Vijfenhalf uur. Marianne brengt vast haar rugzak naar het appartement dat we net geboekt hebben. Dan hoeft ze er straks nog maar eentje te dragen. Ik lig naast een stopcontact. Kan ik mijn telefoon opladen. Was wel nodig. In de zaaltjes ligt het vol met mensen die eruitzien alsof ze de hoop hebben opgegeven. Begrijpelijk lijkt me. Je zal hier wonen...
In het kamertje naast mij gaat een alarm af. Afgezien van nieuwsgierige blikken van bezoekers is er geen enkele reactie. Staat misschien niet in de cao. Zet dan tenminste dat signaal zou je denken. Doet denken aan het fluitketeltje van Annie MG Schmidt. 5 minuten lijkt niks, maar met zo'n ellendige piep is het best veel. Ahh, gelukkig, iemand heeft het uit-knopje gevonden.
Zes uur. Ik ben intussen gezien door een arts. Prachtige jonge vrouw die goed Engels spreekt. Ze hoort het verhaal aan, bespreekt het met een collega en besluit foto's te laten maken. Daarna word ik de gang op gereden en geparkeerd. Hoe lang? Ik houd jullie op de hoogte. Al snel word ik opgehaald en naar de radiologie gereden. Daar aangekomen vragen ze of ik in staat ben om zelf op de tafel te gaan liggen. Ik vertel in mijn beperkte Italiaans dat ik van huis uit hier naartoe ben gewandeld. Dit stukje zal ook wel lukken. Ze moeten er erg on lachen en duwen en trekken me vervolgens in de juiste houding om een stuk of 6 foto's te maken. Daarna door iemand terug gereden naar de gang waar ik vandaan kwam. Nu dus wachten op de uitslag. Onderweg zie ik hoe groot het ziekenhuis is. Het lijkt wel een dorp, maar een oud dorp.
Marianne appt ondertussen dat ons appartement geweldig is en voorzien van een mooie keuken en van airconditioning. Eindelijk weer eens zelf koken dus. Er is ook een wasmachine. Altijd fijn. Als er niks gebroken is, gaan we hier eens fijn uitrusten. En als er wel iets gebroken is trouwens ook. Fijn vooruitzicht.
Zeven uur. Het wordt rustiger op de gang. Geen idee of dat gunstig is of juist niet. Ik sta niet in de weg op mijn bedje. Dat is misschien niet goed. Je kunt misschien beter wat in de weg staan. Dan is er meer reden om me verder te helpen. Tenslotte werd ik ook veel sneller geholpen toen Marianne zich boos had gemaakt. Heel goed was dat.
Zeveneneenhalf uur. Geen nieuws is goed nieuws, maar geen nieuws is vooral geen nieuws. Laatste halfuur niks gebeurd. Telefoon is nu bijna leeg.
Ok, negeneneenhalf uur later: niks gebroken, twee injecties verder en een advies. Eerst mijn telefoon opladen dan vertel ik de rest.
Goed, geen fractuur dus. Goed nieuws is dat. Wel een ontsteking (reactie van het lichaam op aantasting van het weefsel - ja, ik ken mijn definities). Dus cortisone, voltaren en een spierverslapper. Dat helpt natuurlijk direct, maar daarme is het niet over. We moeten nu rust nemen. Niet te lang zitten (zou ik ook niet kunnen: veel te pijnlijk) en voorlopig niks sjouwen. Als we weer kunnen gaan lopen moeten we waarschijnlijk iets regelen met bagagevervoer. Dat kan gelukkig ook als het moet en misschien hoeft het ook niet zo lang. Maar nu dus eerst recupereren in dit werkelijk prachtige appartement in dit mooie stadje. Geen straf. Dank iedereen trouwens voor alle medeleven.
Dinsdag 20 juni, dag 59. Vandaag kennisgemaakt met de andere kant van de Italiaanse gezondheidszorg: de privékliniek. Een paar keer gebeld en gesmst en op de afgesproken tijd wandelen we binnen in een vrijwel lege wachtkamer. Er zitten vier mensen: twee secretaresses en twee wachtenden. De wachtenden horen bij elkaar dus we zijn binnen 10 minuten aan de beurt. De dokter doet een min of meer serieus onderzoek waar in hij controleert of er geen sprake is van een hernia oid. Hij doet wat aanbevelingen, schrijft een recept uit en praat nog wat door over de wandelaars die hij ziet in de stad. Dan nemen we afscheid en lopen we terug naar de receptie. Daar krijgen we een rekening van € 182,00, ofwel €18,20 per minuut. Geen slecht uurbedrag. De verzekering zal het wel betalen vermoedelijk.
Daarna samen naar de kapper. Dat was iets goedkoper: 20 euro in totaal. Allebei lekker kort. Mijn kapper zou zeggen: het groeit alweer. Tijdens onze lunch wandelen onze venezuelaans/Amerikaanse wandelvrienden langs. We spreken af dat ze vanavond komen eten in ons appartement. Nu even uitrusten en dan naar de supermarkt.
Woensdag 21 juni. De medicijnen doen hun werk. Dat wil zeggen dat de pijnstillers wat helpen en dat de spierverslapper zorgt dat ik ook werkelijk slappe spieren heb. Het voelt een beetje alsof ik valium heb gekregen. Goed om te slapen, niet zo goed om te nemen voor je de stad in gaat. Vrijwel de hele middag geslapen dus. Dat is nog best een organisatie trouwens. De slaapbank is eigenlijk niet geschikt om op te slapen en het grote bed evenmin. We hebben nu dus het matras van het grote bed op de grond gelegd. Nog steeds niet ideaal, maar wel goed genoeg. Morgen vertrekken we. We mogen in het huisje van Jet in de buurt van Genua. Dat is vier uur met de trein, maar dat gaat prima. In Genua hebben we voor een paar dagen een auto gehuurd. Als het goed vooruit gaat maandag weer lopen. We pikken de route dan op in de buurt van Genua. Eerst nog even een stukje met de trein en misschien met de boot. Dat zoeken we nog uit. De komende dagen valt er hopelijk weinig te melden. Nu dus een paar dagen offline.
P.S. Wij hadden een prachtige zeildag in Denemarken.
Keep up the spirit – voor beiden!
XXX A&B
Verplicht uitrusten op een ongemakkelijke stoel en Marianne sjeulen met twee rugzakken. Op zo een moment zou een drager fijn zijn.
Sterkte en beterschap en een snelle uitslag.
Liefs machteld